Enkele opmerkelijke feiten uit het 125-jarig bestaan van Sint-Victor:
1898 De voorzitter van de Burgerlijke Godshuizen van Turnhout zoekt een oplossing voor de vele weesjongens ouder dan 12 jaar. Na meerdere gesprekken tussen de overste van de Broeders van Liefde en de Commissie voor Openbare Onderstand (nu OCMW) wordt besloten om aan het Kasteelplein een weeshuis op te richten. Om de hoge kosten hiervan te compenseren besluiten de Broeders om ook een internaat, een lagere, middelbare én beroepsschool in te richten.
1899 In februari worden de bouwplannen van stadsbouwmeester Henri Vandenplas goedgekeurd door Stad Turnhout. In slechts vier maanden wordt het grote schoolcomplex gebouwd. Op 11 september verhuizen de eerste Broeders naar de bijna afgewerkte klooster- en schoolgebouwen. Tien dagen later vindt de plechtige inhuldiging plaats. Als patroonheilige kiest men voor de Romeinse soldaat Victor van Xanten die omwille van zijn geloof de marteldood sterft.
1900 In de beroepsschool (van 14 tot 18 jaar) worden meerdere stielen aangeleerd: kleermaker, meubelmaker, drukker, letterzetter en … sigarenmaker. Ook de handelsafdeling doet het goed met een steeds stijgend aantal leerlingen. Na één schooljaar zijn er al 225 leerlingen waarvan 96 internen. Een juvenaat wordt opgericht. Dit is een opleidingshuis voor jongeren die een religieuze roeping hebben en later een kloosterleven willen leiden.
1901 De school telt 263 leerlingen waarvan 184 internen. De meerderheid van hen betaalt inschrijvingsgeld.
1906 De schoolgebouwen worden aangesloten op het pas aangelegde openbare rioleringsnet van de stad. Ook de openbaar waterleiding wordt voorzien. Voordien moest de school water oppompen uit een eigen waterput op de speelplaats. Elektriciteit wordt nog zelf opgewekt door een eigen stoommachine. Aalmoezenier J. Janssens start op school met de eerste voetbalploeg van Turnhout: ‘Excelsior’. Die ligt aan de basis van de latere club K.F.C. Turnhout.
1908 Start van een oud-leerlingenwerking onder de naam ‘Sint-Victorskring’. Het kringtijdschrift ‘De Galm’ bestaat al zeker vanaf 1918 en bevat duizenden bladzijden aan informatie over de school en de oud-leerlingen. Later ontstaan ook de afdelingen Vosivi (voortstuderenden Sint-Victor) en Bolsivi (de ontspanningsclub die biljart- en kaartwedstrijden organiseerde).
1910 Door plaatsgebrek wordt in de moestuin een grote kapel gebouwd. Aan de oostkant van de school wordt op de plaats van de drooggelegde Kasteelloop een nieuwe refter gebouwd (nu de cafetaria). Drie jaar later verschijnen op de plaats van het huidige chemielokaal en de kleine turnzaal een badplaats voor de internen en twaalf pianokamers.
1912 De klein Engelandhoeve in het noorden van Turnhout doet meerdere jaren dienst als buitenverblijf voor de internen.
1914 Wanneer de Duitse bezetters in oktober Turnhout binnenrijden, vluchten vele leerlingen én jonge broeders naar het neutrale Nederland. Wanneer de situatie opnieuw veilig is, keren ze terug. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gaan de lessen min of meer ‘gewoon’ door. Een gebrek aan voedsel en opeisingen van vele materialen maken het schoolleven zwaar. 41 oud-leerlingen sneuvelen tijdens de oorlog. Een oorlogsmonument in de traphal is een blijvende herinnering.
1918 In oktober krijgen de Broeders het bevel van de Duitse ‘Kommandantur’ om de volledige school te ontruimen. De bezetters richten er een legerhospitaal in. Na de wapenstilstand blijven terugtrekkende Duitse troepen nog meerdere dagen overnachten.
1919 Op 2 januari richten enkele pas afgestudeerden de toneelgroep ‘Pogen’ op. De nog steeds bestaande vereniging kan terugkijken op meer dan 700 uitvoeringen.
1920 De school telt 795 leerlingen. Ook het aantal broeders neemt toe. Broeder Secundinus ontwikkelt een eigen methode ‘Zo leer ik flink typen’ die succesvol wordt aangeleerd. In de volgende decennia winnen meerdere leerlingen een Europese en vele Belgische kampioenschappen.
1924 Het weeshuis en de beroepsafdeling verhuizen naar een nieuwe school van de Broeders in Tessenderlo. Het programma van de middelbare studies wordt vervangen door die van de ‘moderne humaniora’, d.w.z. zonder de vakken Latijn of Grieks. De hogere cyclus heeft twee afdelingen: de wetenschappelijke klassen en de handelsklassen. Beide richtingen bieden de mogelijkheid om verder te studeren in de hogescholen voor handel en nijverheid, de wetenschappelijke en technische faculteiten van de universiteiten en de meeste staatsexamens. Sint-Victor beschikt over een eigen ‘télégraphie sans fil’, d.w.z. een eigen radiozender waarmee muziek en mededelingen voor de school en de buurt worden uitgezonden. In het begin van de jaren 1930 bereikt men een groot deel van Vlaanderen met dagelijkse uitzendingen. De ‘discotheek’ van de Broeders telt dan ongeveer 700 fonoplaten.
1926 Het juvenaat verhuist naar Leuven. Een jaar later verwerven de Broeders een heidevlakte aan de Schuurhovenberg in Oud-Turnhout, nog steeds gekend als de ‘Broederspleinen’. Op donderdagnamiddag en op vrije dagen wandelen de internen er naartoe om er te sporten en te ravotten.
1928 Door het vertrek van de beroepsschool maken de werkhuizen plaats voor een grote, centrale feestzaal. Hier vinden toneelopvoeringen, filmavonden, proclamaties en grote bijeenkomsten plaats.
1932 De westvleugel van de school wordt met bijna 30 meter verlengd. Er komen een refter, studiezaal, slaapplaatsen en meerdere klassen, waaronder een goed uitgerust chemielokaal. In februari wordt de scoutsgroep Sint-Victor door de Broeders opgericht.
1934 Achter de kapel, in de moestuin van de Broeders worden een nieuwe grootkeuken en een klooster gebouwd. Niet veel later plant broeder Justinus, leraar wetenschappen in de hoogste jaren, een Ginkgo Biloba in de kloostertuin.
1935 Een regentaat (lerarenopleiding lagere humaniora) wordt ingericht. De oude, centrale keuken van de school maakt plaats voor een inkomhal in Art Deco-stijl.
1937 De bekende kunstenaar broeder Max (oud-leerling en Turnhoutenaar Victor van Meerbeeck) maakt een indrukwekkende muurschildering ‘Christus beheerst het leven der Kempen’ in de inkomhal (nu vergaderzaal). Voor het eerst bereikt Sint-Victor meer dan 1000 leerlingen in de voorbereidende en de middelbare afdelingen. In februari 1938 wordt een brede groepsfoto gemaakt. Opnieuw wordt de school vergroot. Voor de grote feestzaal verschijnt een modernistische gebouw met twaalf nieuwe klassen. Het wordt bekroond door een groot Heilig Hartbeeld dat vele tientallen jaren door de leerlingen elke morgen moet gegroet worden met de Sint-Victorsgroet (wijs- en middelvinger omhoog aan de rechterschouder). Oud-leerling en beroemd toondichter Flor Peeters componeert het eerste Sint-Victorlied: S.V. Hoezee!
1939 Onder impuls van de Broeders wordt een afdeling van de KSA (Katholieke Studentenactie) opgericht. In 1978 is er een naamsverandering naar KSJ.
1940 Sint-Victor wordt allesbehalve gespaard in de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 14 mei 1940 worden zeventien lokalen van het hoofdgebouw ingenomen door de Duitse bezetters, eerst als kazerne, later als Feldkommandantur en Feldgendarmerie. Dit neemt niet weg dat de lessen op 26 mei opnieuw kunnen starten in de overige lokalen.
1944 Vlak na de bevrijding op 23 september wordt de school ingenomen door Schotten, Britten en Canadezen die er hun hoofdkwartier en hospitaal vestigen. Vele vluchtelingen krijgen onderdak. Tot 1947 is de Belgische oorlogsrechtbank er gevestigd.
1946 Onder de vleugels van de Sint-Victorskring wordt een filmafdeling en een studiekring over ‘filmopvoeding’ opgericht. Duizenden films worden op zondagavond in de centrale feestzaal vertoond, niet enkel voor de eigen leerlingen, maar zeker ook voor volwassenen en andere scholen.
1947 Naast de reeds aanwezige leken-muziekleraars wordt de eerste fulltime lekenleerkracht in het middelbaar aangeworven: turnleraar Paul De Munnynck, oud-leerling en licentiaat in de lichamelijke opvoeding.
1951 Door de naoorlogse babyboom neemt het leerlingenaantal – vooral in de lagere school – spectaculair toe. De lagere school wordt officieel een betoelaagde ‘aangenomen’ school.
1957 Sint-Victor is veruit de ‘volkrijkste’ school van de Broeders van Liefde. De congregatie koopt de boomgaard ten westen van het klooster (nu de parking en grote sporthal). Er worden prefablokalen in een L-vorm geplaatst. De leerlingen van de tweede graad van de lagere school vinden hier als eersten een onderdak.
1963 De gronden van het voormalige Sint-Pietersgodshuis worden aangekocht voor de bouw van een gloednieuwe lagere school. Oud-leerlingen Lou Jansen, Carli Vanhout en Paul Schellekens maken een opvallend modern ontwerp. Het gereduceerde ontwerp van 1965 voorziet in o.a. ruime klassen, drie speelplaatsen, een grote toneelzaal en een eigen zwembad. Deze groep architecten, aangevuld met enkele andere namen, zijn de grondleggers van de ‘Turnhoutse School’. In 1963 organiseert Alfons Roeck de eerste Londenreis voor de 5dejaars. De start van een lange traditie. De Italiëreis ontstaat in diezelfde periode, maar is geen lang leven gegeven. Pas in de jaren 1990 krijgt deze langere reis een bestendig karakter o.l.v. Herman Nuyens. In 2018 wordt de eerste Berlijnreis georganiseerd als alternatief voor de Italiëreis.
1970 Na vier jaar bouwen wordt de lagere school bisschop Jules V. Daem ingewijd.
1976 De school heeft een lange traditie van schooltoneel met enkele tientallen gekende en minder gekende stukken die in de feestzaal worden opgevoerd. Driemaal is Sint-Victor laureaat in het Davidsfondstornooi.
1981 Het aanbod van de lagere school wordt uitgebreid met meisjes- en kleuteronderwijs. De kleuterscholen van de Koning Albertstraat, het Kerkplein (H. Hart) en de Fonteinstraat en de lagere meisjesschool van de Klinkstraat komen onder de vleugels van de Broeders van Liefde. De grote sporthal wordt in mei ingehuldigd. In het krokusverlof start Emiel Abbeel met de eerste Parijsreis voor de zesdejaars, een traditie die tot vandaag (door de vijfdes) wordt verdergezet.
1985 De secundaire beroepsschool Germaine Liedts, de kappersschool aan de de Merodelei, treedt via een fusieoperatie toe tot Sint-Victor. Een jaar later besluiten alle Turnhoutse katholieke scholen om het gemengd onderwijs in te voeren.
1988 De oude slaapzaal van de internen in de voorbouw wordt vervangen door een reeks eenpersoonskamers. De andere slaapzalen worden omgevormd tot klas- en vaklokalen.
1989 Bij de invoering van de eenheidsstructuur biedt Sint-Victor voor het eerst een Latijnse opleiding aan. Twee jaar later wordt ook de handelsrichting (TSO) aangeboden.
1990 In februari vestigen de leerlingen een wereldrecord met de grootste krijttekening (1700 m²) ter wereld op de grote speelplaats. Het verzamelde sponsorgeld gaat naar een gezondheidscentrum in Zaïre (Congo). In 1995 wordt het grootste kroonkurkentapijt ter wereld gemaakt.
1997 De vroegere kapel wordt verbouwd in een fietsenstalling en meerdere ruimten voor het internaat. Een jaar later verschijnt de eerste schoolwebsite en ontvangt Sint-Victor de eretitel ‘Digitale School’.
1999 Het eeuwfeest van de school wordt op een luisterrijke manier gevierd met o.a. een tentoonstelling in De Warande, een jubileumboek, een feest in Alta Ripa, … Er zijn nog slechts drie broeders actief in de school: br. directeur Luc Van Dyck, br. huismeester Hugo Goris en br. Hugo Backx, leraar wetenschappen in de eerste graad. Het kloostergebouw krijgt een grondige renovatie.
2003 Godsdienstleraar Dirk Segers is de grote bezieler van het project Tsjermin. Een volledige week in april werken leerlingen rond diverse thema’s.
2005 Op 19 maart worden aan de symboolboom ‘Vicske’ de overledenen van het voorbije schooljaar op een ingetogen manier herdacht. Aanleiding is het tragische overlijden van broeder Hugo Goris in 2000.
2012 Leerlingen en leerkrachten geven het beste van zichzelf in zes simultane live-acts rond contrasten met als titel: Tour of Beauty. In juni studeert de eerste lichting van Humane Wetenschappen af.
2013 De leerkrachten economie organiseren in april een ondernemersdag met bedrijfsbezoeken, gastsprekers, werkwinkels en een markt. Een jaar later herhalen de wiskundeleerkrachten dit concept met de Mad Math Day ook gekend als π-dag.
2020 Door de coronapandemie beleeft de school enkele ‘lockdowns’ met digitaal afstandsonderwijs en andere creatieve lesvormen.